woensdag 18 januari 2017

Interview Joris van Casteren: vreemd dat uitgevers loyaliteit eisen zonder hen financieel tegemoet te komen (Boekblad)

Hoe ervaren schrijvers de boekhandels, uitgevers en boekenvakorganisaties waar ze mee samenwerken? Joris van Casteren, die Prometheus verruilde voor De Bezige Bij, verwondert zich over de loyaliteit die uitgevers van auteurs eisen zonder hen ook tegemoet te komen in hun financiële noden.

Waarom wilde je weg bij Prometheus, waar je in 2001 debuteerde?
'Ik miste het clubgevoel, dat er eigenlijk al jaren niet meer was. Vroeger zat ik daar met Hafid Bouazza, Jan van Aken en Pieter Boskma. Allemaal vertrokken. Alleen Menno Wigman zit nog steeds bij Prometheus. Toen dacht ik: ik ben al zo lang trouw geweest, ik mag ook best weg gaan.'

Je wilde dus naar aan andere uitgeverij omdat bevriende auteurs zijn vertrokken?
'Niet alleen. Ook mijn goede band met Mai Spijkers [directeur van Prometheus] is minder geworden. We zijn de laatste jaren ieder andere wegen gegaan. Het punt is: alles aan mijn relatie met de uitgeverij is persoonlijk. Als dat minder wordt, blijft alleen het zakelijke over. Dat is niet genoeg in een relatie auteur-uitgeverij. Want Prometheus deed het heus goed. Mai heeft het vuur uit zijn sloffen gelopen voor mijn boeken. Ik ga zeker niet weg uit onvrede. Het is eerder dat mijn motivatie om een nieuw boek te schrijven voor Prometheus een beetje weg was. Bij De Bezige Bij voel ik wel weer trekkracht en inspiratie.'

Hoe heb je bij De Bezige Bij uitgekomen?
'Ik ben in de loop der jaren best vaak door andere uitgeverijen benaderd. Steeds hadden ze een idee voor een boek – en of ik dat zou willen maken. Vooral Robbert Ammerlaan, toen nog van De Bezige Bij, heeft enorm aan me getrokken. Ik had niets te klagen bij Prometheus, dus ik ben daar nooit op ingegaan. Maar zo zijn wel contacten gelegd, die nu makkelijk waren om op te pakken. Ik heb ook wel met mensen gesproken over andere uitgeverijen. Iedereen was bijvoorbeeld heel enthousiast over Das Mag. Maar ik ken daar niemand.'

Ondertussen is Ammerlaan zelf weg bij De Bezige Bij.
'Jawel. Maar ik heb ook andere contacten gelegd bij die uitgeverij. Ik ken veel auteurs, dus ik kwam daar al regelmatig op presentaties. Ook zonder Ammerlaan lag deze uitgeverij het meest dichtbij.'

De imagoschade die de uitgeverij vorig jaar heeft opgelopen zat je niet in de weg? Er verlieten in 2017 nogal wat auteurs De Bezige Bij.
'Ik weet nog dat het bij Prometheus niet goed ging. Ik dacht toen al: dat komt vanzelf weer goed. Wat ook gebeurde. Ik weet dat er allemaal auteurs bij De Bij zijn vertrokken, maar ik heb gesproken met Tommy Wieringa, een goede vriend van me – die echt voor één project naar Hollands Diep is gegaan – en Allard Schröder, voorzitter van de Schrijversvereniging, en ik heb er alle vertrouwen in dat het bij De Bij goed gaat. En dan staat straks dat Bij-logo op mijn boek. Dat is een héél aantrekkelijke gedachte. De Bezige Bij is nog steeds de uitgeverij met de grootste literaire traditie van Nederland, daar kun je niet omheen.'

Je hebt niet overwogen om naar Bas Lubberhuizen te gaan, die boeken van jou over Amsterdam CS en Athenaeum Boekhandel hebben gepubliceerd?
'Inderdaad. Dat vond Mai niet leuk. Misschien is onze relatie mede daarom bekoeld. Een uitgever als hij eist loyaliteit van zijn auteurs. Eigenlijk gek, want ze betalen je daar niets voor, terwijl ze toch ook moeten snappen dat auteurs financieel rond moeten komen, zeker als je twee kinderen hebt. Ik ben daarom ingegaan op het voorstel van Wieneke 't Hoen van Lubberhuizen om een boekje over het Centraal Station te schrijven. Ik zag dat als een grote reportage. Als iets om tussendoor te schrijven. Ik vond dat dat moest kunnen.'

Uitgevers betalen toch een voorschot?
'Maar dat is een lening, geen honorarium. Als ik een stuk voor de krant schrijf, word ik daar gewoon voor betaald. Als schrijver kun je alleen een werkbeurs van het Nederlands Letterenfonds krijgen, die daarmee eerder de uitgeverij subsidieert dan de auteur. Nee, uitgevers zouden zelf meer over de financiën van hun auteurs moeten meedenken.'

Geeft De Bezige Bij je meer dan alleen een voorschot?
'Nee, nee. Zij zitten in hetzelfde systeem.'

Waarom kies je in dat geval niet voor eigen beheer? Het Paulien Cornelisse-model.
'Grappig dat je haar noemt. Ik heb onlangs met haar gesproken omdat zij zo enthousiast is over mijn boek Lelystad. Toen vroeg ik hoe het uitgeven bij haar gaat. Niet zo makkelijk als het misschien lijkt dus. In mijn geval zou het ook niet werken. Ik ben aan gort als een boek af is. Ik moet er niet aan denken om dan nog het hele uitgeefproces zelf te doen. Ik laat het graag aan een uitgever over die voor alle taken – verkoop, omslagen maken, alles – een compleet netwerk heeft. Al zit ik er wel bovenop.'

En nu fulltime aan de slag met je nieuwe boek – over een mijnwerkerszoon die geen afscheid kan nemen van zijn overleden moeder?
‘Ja, ik heb er erg veel zin in. Zo'n overstap hakt er wel in. Job Lisman beschouw ik ook als een vriend, net als enkele andere Prometheus-medewerkers. Dat was ook wel eens lastig, want als de verhoudingen zo amicaal zijn, kun je moeilijk een keer roepen: he, doe eens beter je best! Maar het is óók lastig om te zeggen dat je vertrekt. Ik ben blij dat het allemaal achter de rug is.'

Hou je nog wel contact met Prometheus over je backlist?
'Het is eerder irritant dat je je backlist niet zomaar mee krijgt. Lelystad, Het been in de IJssel en Mensen op Mars – deze drie – zou ik graag bij me houden. Volgend jaar bestaat Lelystad tien jaar. Dat wil De Bezige Bij graag heruitgeven. Maar het boek loopt nog, dus Mai zal dat niet zomaar uit handen geven. Aan de andere kant: hij is een zakenman. Met hem moet een afspraak te maken zijn. Maar helaas moet daar over worden onderhandeld.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 11 jan)

Zie ook:

Geen opmerkingen: